Celmembraan
Het celmembraan bestaat uit twee lagen, het is niet zo stevig, maar het speelt een zeer belangrijke rol in het controleren van het transport van en naar de cel.
In de cel zelf zitten er rond verschillende structuren ook een dergelijk membraan met allemaal de zelfde basisstructuren, deze soortgelijke membranen noemen we eenheidsmembranen.
Bouw
Celmembranen bestaan uit 2 lagen fosfolipiden met daartussen cholesterol en proteïnen.
Fosfolipiden zijn structurele lipiden, dit wil zeggen dat het bouwelementen zijn in de cellen. Ze komen voor in membranen van de cellen. Een membraan bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden, waarbij de hydrofobe (=waterafstotend) staarten naar elkaar toe liggen in het midden en de hydrofiele (=wateraantrekkend) koppen aan de twee oppervlaktelagen.
Door zwakke krachten zijn ze met elkaar verbonden, hydrofobe interacties, waardoor ze kunnen bewegen ten opzichte van elkaar zonder van laag te veranderen.
Tussen de fosfolipidenmoleculen liggen ook nog eens cholesterolmoleculen die zorgen voor de stevigheid van de cel. Er liggen ook proteïnemoleculen, sommigen bevinden zich aan de buitenkant van het celmembraan. Deze noemen we perifere proteïnen, deze fungeren als receptoren, zoals hormonen, die informatie doorgeven aan de cel. Andere steken er volledig door uit, dit zijn de transmembraanproteïnen en dienen voor de toevoer van water en voedingsstoffen in de cel en voor de afvoer van afvalstoffen uit de cel.
Functie
- Afsluiting en bescherming
- Uitwisselen van stoffen
- Herkenning van stoffen
- Communicatie